Deze nacht zal ik bij de broeders Marianisten slapen. Dit is een congregatie van broeders die zich richten op het stichten van gemeenschappen in het geloof en zoals de naam al zegt richten ze zich sterk op Maria.
Als ik aan het eind van de middag aanbel bij het parochiehuis in een nogal triest dorp wordt er niet opengedaan. Wel hangt er een briefje. Broeder Jean is in de tuin. Hier tref ik een zestiger in een schreeuwend blauw trainingspak die bezig is een moestuin te verzorgen. Ik word hartelijk begroet en meegenomen naar binnen. Daar krijg ik uitgelegd hoe de gang van zaken is. Ik slaap niet in het parochiehuis zelf, maar in een gastenverblijf boven het gemeenschapshuis iets verderop. Eten en ontbijten zal wel in het parochiehuis plaatsvinden. Deze locale gemeenschap bestaat uit vier broeders, allen, dik in de zestig en zeventig. Bij het avondeten is alleen broeder Jean aanwezig. De andere drie zijn druk in de weer met parochiewerk zoals een begrafenis. Zij zullen er vanavond niet zijn. Broeder Jean is een vrij stille man van eind zestig schat ik. Hij staat erop dat ik als gast in de gemeenschappelijke ruimte ga zitten en dat hij voor alles zorgt. Wat me opvalt is hoe eenvoudig ze hier leven. De meubels zien eruit als krijgertjes uit de jaren vijftig en zestig. Verder veel papieren, ordners en plastic tafelkleden; maar wel een redelijk gevulde drankkast. Godzijdank dus niet van de blauwe knoop. Het eten dat broeder Jean serveert is ook uitermate simpel. Iets wat soep moet voorstellen, maar eruit ziet en smaakt als water met vermecelli. Verder wat pasta en sla met een glas wijn. Niks mis mee, maar duidelijk een eenvoudig bestaan. Broeder Jean eet zelf nog simpeler, omdat hij prostaatproblemen heeft en een heleboel zaken daarom niet eet. Het ziet eruit dat je op zo' n dieet nou niet bepaald aan zal sterken.
De volgende morgen ben ik al vroeg op, omdat ik een flinke ruk wil maken en vroeg in Troyes wil zijn. Om zeven uur staat het ontbijt klaar. Brood en jam en smeerkaas. Daarbij koffie. De broeders schuiven zelf niet aan, want zij moeten, in een belendende ruimte hun ochtendgebed doen. En zo zit ik kauwend op een ietwat taaie korst brood met lauwe koffie met op de achtergrond het sonore geluid van vier oude mannen die aan het bidden zijn voor het zieleheil van de wereld en misschien ook dat van mij.
Bij het afscheid mag ik alleen een gift doen, want het verblijf is in principe gratis. Mooi dat er nog van dit soort mensen zijn, al besef ik dat het een uitzondering is en ook dat er weinig aansluiting is met de maatschappij waarin wij normaal leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten