maandag 30 juni 2014

Pamplona

Ons hotel blijkt midden in het centrum te liggen, direct naast het centrale plein. Nadat we ons geinstalleerd hebben gaan we eerst iets eten op het plein. Dat wordt omringd door mooie oude huizen en gebouwen en er is volop keus uit terrassen. Daarna gaan we wat zaken regelen, zoals het terugsturen van schoenen en warme kleding. Ik gok er op dat ik die trui niet meer nodig heb en de schoenen blijken niet geschikt voor mijn gevoelige teentjes en zijn inmiddels vervangen door andere exemplaren die goed bevallen. Gerd moet nog even langs de gehoorapparatenman om een klein gebrek te laten repareren. Als ik mijn pakje heb ingeleverd bij de post loop ik naar de kathedraal, want volgens Gerd is die zeer de moeite waard. Pamplona blijkt een hele leuke en levendige stad te zijn met leuke straten in het oude gedeelte. Veel leven op straat mooie gebouwen en kerken. De kathedraal is inderdaad prachtig en er is een tentoonstelling over het verleden van de stad waar naast beeld en geluid ook gebruik gemaakt wordt van geuren om een beleving te creeren. Geeft een heel bijzonder effect kan ik zeggen. Als ik de kerk uitloop hoor ik ineens mijn naam en tot mijn verbazing zitten Gerd en Henk al op een terras naast de kerk aan de wijn. Dat ziet er zo aantrekkelijk uit dat  ik direct aanschuif. Daarna gaan we allemaal nog even ons eigen gang en dwaal ik nog wat door de straten. De stad is eigenlijk veel leuker dan ik had gedacht en ik had nog wel wat langer willen blijven, maar dat kan nu even niet, want we hebben al afspraken voor morgen en Gerd heeft maar een beperkt aantal dagen. Dan maar later een keer terug gaan met Jack
's Avonds eten we in mooie taveerne aan het plein, waar het eten en de bediening wat tegenvallen maar waar het wel mooi zitten is. Daarna nog een afzakkertje in een kroegje bij het hotel en naar bed










zaterdag 28 juni 2014

Twee keer afscheid


De afgelopen dagen heb ik twee keer afscheid moeten nemen. Donderdagmiddag is Gerd na de etappe weer richting Nederland gegaan en vanmiddag is ook Henk na drie weken weer richting huis vertrokken. Best een moeilijk moment omdat de laatste weken voor mij echt een hoogtepunt waren en het zowel met Gerd als Henk erg gezellig en vertrouwd was. Daarnaast klikt het met ons drieeen en ook met Mike en Roelien erg goed, zodat het wel even slikken is als dat weer voorbij is.
Weer valt me op hoe snel je tijdens het wandelen echt contact met elkaar krijgt. Blijkbaar zijn er weinig afleidingen en je komt met elkaar al heel snel tot de kern van de dingen. Het is mooi om met je broer eens echt te kunnen bijpraten terwijl je ook nog samen een prestatie levert. Ook vind ik het heel bijzonder iemand te leren kennen die zo positief in het leven staat en zelf grote beslissingen durft te nemen zoals het stoppen met het werk dat je al zo lang doet omdat het niet meer past. Het is al weer even geleden dat ik iemand ontmoet heb met wie het zo vanzelf klikte en met wie het al snel zo vertrouwd is en met wie je een band voelt. De gesprekken geven me ook weer meer inzicht in mijn eigen drijfveren voor deze tocht. Onderweg denken verschillende mensen dat we drie broers zijn en ik beschouw het als een compliment. Toevallig vertrekken zowel Gerd als Henk aan het eind van een etappe met de bus naar Pamplona, vanwaar ze verder zullen reizen naar huis. Na de afscheidsrituelen met kussen en knuffels rijdt de bus weg en blijf ik achter. Nu ze weer weg zijn is het enerzijds weer wennen om weer alleen verder te gaan, maar ook wel weer goed om een volgende fase van de tocht in te gaan, want heel heel langzaam komt Santiago in zicht en wordt de eindigheid van dit avontuur voelbaar.

Richting Pamplona

Het heeft de hele nacht hard geregend. Dat begon al gisteren tijdens het eten, maar daar hebben we weinig last van gehad in de kroeg. Vanmorgen is het gelukkig droog en kunnen we met goed weer Spanje verder binnenlopen. Na een prima ontbijt gaan we op weg. We hebben goed geslapen en zijn weer behoorlijk bijgekomen van de zware etappe van gisteren, hoewel we de spieren ook wel voelen.
Het is weer een afwisselende wandeling langs brede paden en door bos afgewisseld met dorpjes. Je hoeft hier niet bang te zijn dat je de weg kwijtraakt want de markering is zeer duidelijk en soms overdadig. De paden  lijken wel luxe snelwegen. Grote delen zijn ingelegd met flagstones en hellingen worden voorzien van keurige trapjes. Hier is de pelgrim duidelijk koning. De wandeling is niet echt lang, zo'n twintig kilometer. We zijn dan ook al redelijk snel bij Zubiri onze volgende stop. Onderweg praten Gerd en ik over ons gezamenlijk verleden en alles wat ons op dit moment bezighoudt. Heel leuk om eens rustig de tijd te hebben om bij te praten. Mij valt op dat veel van onze herinneringen hetzelfde zijn en ook de dezelfde waardering hebben. In Zubiri hebben we een pension gevonden, waar ook Henk weer aansluit. Zodra we aankomen begint het weer te regenen en dat blijft weer zo de hele avond. Niet dat het ons wat kan schelen, want we zijn er nu al en hoeven niet perse naar buiten. De volgende dag lopen we verder door het dal richting Pamplona. Het is weer mooi weer en na een uurtje komen we weer bij een leuke bar aan de rivier waar we stoppen voor koffie. Ook Mike en Roelien sluiten aan en daarna dalen we langzaam verder af naar de stad. Weer valt het op, hoe goed er hier voor ons pelgrims wordt gezorgd. Overal zijn de paden bijna overdreven goed onderhouden en geplaveid en zijn de markeringen helder en in goede staat. In alle dorpen zijn meerdere pelgrimsherbergen en gelegenheden waar je een belegd broodje kunt kopen of wat kunt drinken. En overal wordt je hartelijk ontvangen. We vinden het verschil echt schokkend.
Tegen de middag komen we aan in Pamplona. Dat blijkt best een grote stad te zijn. We slapen hartje centrum in weer een uitstekend hotel. Henk had dit op een of andere site gevonden en Gerd en ik besluiten hier ook maar te boeken want het ligt lekker centraal

stop op weg naar Zubiri

Gerd bij de brug van Zubiri




Koffiestop op weg naar Pamplona

De Pyreneeen over



We vertrekken de volgende morgen al heel vroeg na nog een stevig ontbijt in de gite. Er zijn twee wegen naar boven; langs de hoofdweg langzaam stijgen, of het wandelpad dat over een bergpas loopt. Gisteren was ons geadviseerd om vanwege het slechte weer te kiezen voor de gemakkelijke route, maar vanmorgen zijn we daar niet meer zo zeker van. Het weer lijkt beter dan verwacht en dan is het veel leuker om over wandelpaden te lopen. We overleggen met Henk en Mike en Roelien wat zij doen. Mike en Roelien kiezen voor de geleidelijke weg langs de weg en uiteindelijk besluiten Henk en wij over het wandelpad te gaan. Zodra we het dorp uitlopen gaat de weg steil omhoog en dat gaat zo ruim twee uur door. Hijgend en puffend bereiken we de eerste stop, een hut met bar/restaurant. Daar hebben ze heerlijke koffie en sandwiches zodat we al snel weer op adem en krachten zijn. Het weer is prachtig en het trekt helemaal open na de regens van vannacht. Het tweede deel van de etappe gaat nog steeds steil omhoog en allengs verdwijnen de huizen en bomen en worden ingeruild voor weiden. In de lucht vliegen verscheidene adelaars voorbij wat een imposant gezicht is. Als we na zo'n vierenhalf uur vlak onder de top zijn rusten we nog een keer en eten wat en vervolgens gaan we de laatste ruk omhoog. Hier ergens moet de grens zijn, maar waar is niet helemaal duidelijk. Als we over de laatste kam heen zijn gaat de weg langzaam naar beneden en ook het landschap verandert. De weiden zijn aan de andere kant van de heuvel verdwenen en hier is het helemaal bebost en zijn de paden bedekt met oude blaren. We hebben geen idee of we de grens al over zijn, totdat we een steen tegenkomen met 'Provincia Navarra' erop. Dat moet dan toch wel Spanje zijn. Wat verder opvalt is dat de markering ineens heel netjes en bijna overdadig is. Om de vijftig meter staat er een genummerde hardhouten paal met markering. De weg zelf is breed en daalt eerst langzaam maar daarna steil af. Au, au , au, dat doet pijn aan de knieeen en benen, na zo'n lange klim. Het laatste uur gaat het echt heel steil naar benenden en voor we het goed en wel beseffen staan we in Roncevalles, het eerste Spaanse dorp en klooster. Direct bij de ingang van het dorp, waar je het bos uitkomt ligt een groot hotel met dito terras. Daar zit Henk al te wachten, want die was ons al ver vooruit gesneld. Bergop heeft hij een soort turbostand die wij niet kunnen bijbenen en bij het afdalen ook niet meer inhalen.
We voelen ons wel heel voldaan. We hebben het gehaald en zijn in Spanje! Dit was zondermeer de zwaarste etappe tot nu en Gerd heeft het zonder een enkel probleem gedaan. Echt knap hoor, want zelf vond ik het best zwaar, zeker in het begin. Het voelt allemaal nog wat onwerkelijk om ineens Spaans te moeten spreken. Terwijl we op het terras zitten druppelen de pelgrims binnen. Veel zitten er echt doorheen, omdat ze met weinig of geen training in St Jean aan deze zware etappe zijn begonnen en ook vaak nog met slecht materiaal
Na een paar biertjes besluiten Gerd en ik ons hotel op te gaan zoeken. Dat is een oud verbouwd klooster en is helemaal perfect. We worden als koningen ontvangen en de kamer is echt heel luxe met zachte bedden en een mooie badkamer. Heerlijk na zo'n zware dag en wat een verschil met Frankrijk. Alles werkt en is netjes afgewerkt en heel! Nadat we ons wat hebben opgefrist gaan we 's avonds eerst voetbal kijken en daarna eten. In het hotel kun je bonnen krijgen voor een pelgrimsmaaltijd in een restaurant. Voor negen euro krijg je een driegangen menu met wijn. Maar voordat we dat  soldaat maken zien we in de kroeg eerst Nederland zijn derde wedstrijd winnen. En weer valt ons het verschil met de andere kant van de bergen op. De kroeg is vol en levendig en iedereen heeft plezier en praat met elkaar en er worden voortdurend grappen gemaakt. Het eten is strak georganiseerd. Er zijn twee shifts, een om zeven uur en een om half negen. Wij zitten in de laatste shift, maar vanwege het voetbal zien we ook de eerste shift binnenkomen. Om precies zeven uur gaan de deuren van de eetzaal open en stromen de pelgrims naar binnen. Daar wordt snel en efficient een maaltijd geserveerd. Om half negen hetzelfde verhaal en we eter er goed van. Daarna terug naar ons mooie hotel waar we behoorlijk uitgeput in slaap vallen











vrijdag 27 juni 2014

Saint Jean Pied de Port



Onze eerste wandeling samen gaat heel gemakkelijk. Gerd is goed ingelopen en pakt het direct goed op. De route is eerst heuvelachtig en daarna wordt het landschap allengs opener en worden de Pyreneeen steeds dominanter zichtbaar.
Na een laatste steile klim komt St Jean Pied de Port in zicht. Weer een mijlpaal bereikt. St Jean is het einde van de Franse Jacobsroutes en vandaar uit ga je de Pyreneeen over. Het stadje zelf ligt niet erg hoog, maar direct erna beginnen de bergen. Naast honderden pelgrims is de stad ook een toeristenattractie vanwege de oude binnenstad en burcht en de mooie ligging. Als we de stad binnenlopen kun je direct zien dat het bijzonder is. Veel bloemen en leuke oude huizen en de hele middenstand is vooral gericht op pelgrims. Er is een groot pelgrimsbureau waar zes mensen continu informatie geven aan pelgrims die aankomen over de klim over de Pyreneeen en wat daarna komt. Het is er gezellig druk en wij krijgen keurig Nederlandse informatiefolders uitgereikt. Die vergeten we overigens de volgende dag ook weer mee te nemen uit ons hotel zodat het lekker opschiet. Gerd en ik hebben tevoren een kamer geboekt in een gite. Het blijkt een mooie gite te zijn met goede voorzieningen en een hartelijke gastvrouw. Henk zit daar ook en Gerd maakt al snel kennis en het blijkt goed te klikken. Mike en Roelien zitten bij de buren zodat al snel het hele cluppie samen op het terras aan het bier zit en er wordt ook samen gegeten. Daarna gaat iedereen snel naar bed omdat morgen de zwaarste etappe wacht tot nu toe met een klim van 1250 meter met direct daarna een zware afdaling naar Roncevalles



woensdag 25 juni 2014

Orthez en Baskenland

Orthez is een stadje vlak voor het Franse Baskenland. Nog wel Frans maar al wel weer anders dan Les Landes. De huizen hebben gebogen daken en zijn net plaatjes uit een Anton Pieck boek. Een beetje sprookjesachtig. De oude stad van Orthez is middeleeuws en schilderachtig. Morgenanavond zal ik hier mijn broer Gerd ontmoeten die een week met me mee zal lopen. Ook Henk is inmiddels in Orthez aangekomen en we nemen ons intrek in een hotelletje vlak bij het station, zodat we Gerd makkelijk kunnen oppikken.
De volgende morgen loop ik alvast een etappe zonder bagage. Die laat ik in het hotel, want ik kom hier vanavond immers weer terug. Het enige punt is dat ik straks op de een of andere manier terug moet zien te komen in Orthez, maar dat is van later zorg. Het is weer een prachtige warme dag en de wandeling is mooi en gaat door een afwisselend landschap dat er heel aantrekkelijk uitziet. Rond lunchtijd arriveer ik in Sauveterrre de Bearn waar ik heerlijk lunch op een schaduwrijk terras. Na enige tijd arriveert ook Henk en we kletsen nog wat voordat de terugreis naar Orthez aanvaard, om Gerd op te halen. Ik besluit eerst maar eens te proberen om te gaan liften. Daar sta je dan met je zestig jaar in de brandende zon langs een regionale weg waar om de drie minuten misschien een auto voorbij komt. Net als veertig jaar geleden. Wel een leuke kick. Het gaat echter veel beter dan gedacht en binnen een half uur heb ik de eerste lift die me afzet bij het station zo'n twintig kilometer verder. Als het niks wordt kan ik misschien met de bus of trein verder. Dat blijkt helemaal niet nodig, want binnen het kwartier heb ik een lift naar Orthez en een half uurtje later ben ik weer in het hotel. Nu nog even wachten op Gerd, die om half acht zal aankomen. Helaas gooit een staking bij het spoor weer roet in het eten. En hoe. Om een onduidelijke reden wordt er al de hele week gestaakt bij de SNCF en sommige treinen rijden wel, maar andere juist weer niet. Via sms en telefoon begrijp ik dat Gerd wel uit Nederland in Parijs is aangekomen, met vertraging, maar dat de rest van de reis uitermate onzeker wordt. Ja, hoor het zal hier eens gewoon gaan. Zucht! Aan het eind van de middag wordt duidelijk dat Gerd nog naar Bordeaux kan komen, maar dat daarna voor vandaag alles ophoudt. Dat betekent dat hij daar moet overnachten en dat we morgen dus niet samen kunnen vertrekken. Behoorlijk gefrustreerd zet ik me aan het avondeten, maar een paar glaasjes wijn verzachten het leed. Accepteren, accepteren...
De volgende morgen na het ontbijt bel ik met Gerd of hij vanmorgen wel deze kant kan opkomen. Dat blijkt nog weer ingewikkelder dan gedacht. Uiteindelijk hoor ik dat hij waarschijnlijk pas vanavond laat zal arriveren, omdat er vandaag maar een trein deze kant op komt. Wat nu te doen? Ik besluit van de nood een deugd te maken en nog maar een etappe te gaan lopen zonder bagage. Ik verleng het hotel en stuur en passant nog wat spullen terug naar huis die ik niet meer nodig heb en neem dan een taxi naar de plek waar ik gisteren ben gestopt, om op weg te gaan naar Ostabat. Even voor elven loop ik daar het dorp weer uit. Het is zo mogelijk nog warmer dan gisteren en vol goede moed ga ik het Baskenland in.
Weer heel anders dan waar ik eerder was. Veel meer heuvels en de huizen zijn allemaal wit met donkerrood hout. In de verte zijn de Pyreneeen al goed zichtbaar. Op een gegeven moment loopt het pad een hele steile heuvel op, vol in de zon en na een klein half uurtje sta ik bovenop de top en kijk uit over een prachtig Pyreneeen landschap. Om me heen schapen en koeien en een kapelletje. Na de afdaling bereik ik al vrij snel Ostabat. Even snel wat drinken met Henk denk ik en dan terug naar Orthez waar ik hoop dat Gerd dan vanavond echt zal aankomen. Nou dat loopt weer anders. Ostabat is wel heel klein en er zijn weinig voorzieningen. Wel veel hostals en hotelletjes, want alle Franse pelgrimswegen komen hier samen en het is er dus drukker met pelgrims. Als we het bier op hebben blijkt dat ik niet voor negen uur vanavond terug kan. De enige taxi daar is volgeboekt tot die tijd en ik zal dus niet terug zijn in Orthez voor half elf of later. Tijd voor plan B. Even met Gerd gebeld, die inderdaad lijkt te kunnen vertrekken uit Bordeaux, zodat de idiote situatie lijkt te ontstaan dat als hij eindelijk arriveert, ik nog weer ergens anders vastzit. De oplossing is zoals altijd simpel. Ik blijf in Ostabat, want op de kamer van Henk is nog een bed vrij. Gerd zal in het hotel in Orthez blijven slapen, mijn bagage inpakken en dan morgenochtend met de taxi, die ik al geboekt had voor ons tweeen, morgenochtend hierheen komen met onze beide rugzakken. Volgen jullie het nog? Nou zo gezegd zo gedaan. Ik schuif onverwachts en zonder spullen aan bij een Baskische avond in de lokale hut, waar een iets te commerciele boer met alpinopet ons tijdens de maaltijd op Baskische liederen tracteert (volgens Henk zingen de merels mooier). Gerd overnacht weer alleen in het hotel in Orthez, maar vindt dat best want hij is er nu tenminste.
De volgende morgen blijf ik alleen achter in de gite terwijl alle pelgrims op weg gaan naar Saint Jean Pied de Port, de laatste Franse stad voor Spanje. Ook de plek waar de Via Frances, de belangrijkste pelgrimsroute naar Santiago begint. Rond half tien rijdt Gerd met de taxi voor en eindelijk kunnen we elkaar in de armen sluiten. Snel pakken we alles in en gaan achter de stroom pelgrims aan richt St Jean Pied de Port

maandag 23 juni 2014

Vastgelopen



In de dagen na Roquefort  zak ik langzaam verder af na het zuiden. Eerst naar Mont de de Marsan en daarna via Hagetmau naar Orthez. Zo kom je steeds meer richting Baskenland en Spanje. Het zijn niet echt opwindende dagen, behalve dat ik een keer totaal de weg kwijt raak en door een moeras moet dwalen. De dag was nog zo goed begonnen met prachtig weer en een vlotte start. Op de kaart had ik een afsnijder gezien door het bos waar een goed pad moest lopen. Inderdaad vond ik het pad en ging welgemoed verder; bij een kruising hield het pad echter zo ongeveer op en moest ik me een weg banen door de varens en bramenstruiken. Toen ik eenmaal in de gaten kreeg dat dit tot niks zou leiden was er eigenlijk al geen weg meer terug. Op een gegeven moment waadde ik door metershoge varens en struiken op zoek naar waar toch echt een pad moest zijn volgens de GPS. Tot overmaat van ramp werd het ook nog drassig zodat ik ook nog natte voeten kreeg. Al met al nogal een moeilijke situatie. Toen ik eenmaal bedacht had hoe ik hier uit zo geraken liep ik dood op een brede sloot. Dan maar de andere kant op; weer een sloot! Een derde poging: weer een sloot. Het leek wel of ik ingesloten zat. Wat te doen? Als ik er niet langs kan, moet ik er overheen. Makkelijker gezegd dan gedaan. Uiteindelijk een paar takken bij elkaar gezocht en die eroverheen gelegd en voorzichtig naar de overkant op een ondiep punt. Nu kon ik tenminste weer vooruit. Ik had nog geen honderd meter gelopen of ik kwam bij een dam over dezelfde sloot. Alle moeite had ik me dus kunnen besparen.
Inmiddels was ik ook al een keer uitgegleden dus zat ik ook onder de modder. Kortom niet voor herhaling vatbaar. Toen ik me eenmaal weer gered had en onder de schrammen en bulten bij mijn hotel aankwam, zag ik echt niet uit. Na een goede douche was ik nog steeds gehavend, maar wel schoon. Toen ik het verhaal later aan Henk, Mike en Roelien vertelde, waren ze toch niet echt blij en ik moest beloven me voortaan gewoon aan de route te houden. Braaf als ik ben heb ik dat natuurlijk meteen gedaan

vrijdag 20 juni 2014

Naar Les Landes; 2

Als de anderen er zijn, moeten we helaas nog tot half vier wachten om de boodschappen voor het avondeten te kunnen doen. Eerder zijn de winkels niet open. In de gite waar we zullen overnachten worden helaas geen maaltijden aangeboden, maar is wel een keuken waar je zelf kunt koken. Zo tegen vieren gaan we gepakt en gezakt op weg. Ieder draagt tenminste een fles wijn en wat andere boodschappen. Het is nog een kleine twee uur lopen door een heel mooi bos en duinlandschap  dat erg aan de Veluwe doet denken. Na zo'n twee uur lopen komen we aan bij de gite. Het blijkt een alleenstaande oude boerderij te zijn midden in het land. Als de anderen er zijn, moeten we helaas nog tot half vier wachten om de boodschappen voor het avondeten te kunnen doen. Eerder zijn de winkels niet open. In de gite waar we zullen overnachten worden helaas geen maaltijden aangeboden, maar is wel een keuken waar je zelf kunt koken. Zo tegen vieren gaan we gepakt en gezakt op weg. Ieder draagt tenminste een fles wijn en wat andere boodschappen. Het is nog een kleine twee uur lopen door een heel mooi bos en duinlandschap  dat erg aan de Veluwe doet denken. Na zo'n twee uur lopen komen we aan bij de gite. Het blijkt een alleenstaande oude boerderij te zijn midden in het land. We worden verwelkomd door een oeroud en krom omaatje. Zij woont hier al haar hele leven en is al lang geleden deze gite begonnen. Nu haar man overleden is heeft ze het wel wat kleiner aangepakt, maar doet het nog steeds met hart en ziel. Hoewel ze oud en fragiel lijkt neemt ze de zaken stevig in de hand. We moeten direct onze pelgrimspassen inleveren voor de stempel en ook graag even betalen. Het is vanavond volle bak, want behalve Mike, Roelien, Henk en ik, zijn ook de twee Duitse dames gearriveerd, die we al eerder ontmoetten in Bazas.
De hele boerderij en ook de kamers zijn uiterst simpel. De electriciteitsdraden lopen en hangen gewoon los langs de houten balken en in de badkamer zitten grote 'luchtgaten' in de muur. Maar het is een prachtplek en het voelt goed.
Hoewel onze Duitse dames daar anders over denken, want die roepen verschillende keren 'dass es hier nichts gibt'. Nee dat hadden wij ook wel gezien en dat maakt het nou net zo leuk. Cultuurverschilletje zullen we maar zeggen.
Onze mevrouw zorgt dat het ons aan niets tekort komt en sleept al snel een paar biertjes aan en verder houdt ze alles scherp in de gaten. Als we een fles opentrekken komt ze meteen met glazen aan.
Als we ons hebben geinstalleerd en gedoucht, nemen we eerst een glaasje wijn en gaan dan koken. We eten een lekkere pastamaaltijd en daarna heeft Het wordt een heel gezellige avond en na het eten heeft Henk sigaren en is er nog meer wijn. Het wordt een hele mooie avond met veel ontboezemingen en verhalen en tegen middernacht als alle wijn op is rollen we ons bed in.
De volgende morgen zegt Henk dat ik ontzettend snurk en dat hij zelfs met oordopjes mij nog hoort. Hoewel ik zelf niks heb gehoord meen ik dat Jack ook wel eens zoiets heeft gezegd :)
De volgende morgen na het ontbijt en een heel aandoenlijk afscheid van onze mevrouw gaan we samen weer op weg naar La Reole. We lopen door het uitgestrekte landschap van Les Landes, dat weliswaar niet spectaculair is, maar door zijn weidsheid en ruimte wel indrukwekkend is. Een groot deel van de route loopt over een oude spooorlijn en het is een mooie wandeling. Het laatste stuk lopen Henk en ik samen snel vooruit, zodat we redelijk vroeg in Roquefort aankomen. Daar vinden we een prachtig terras precies voor de brug over de rivier met uitzicht op de stad waar we eerst maar eens een pilsje nemen. We zitten allemaal weer in hetzelfde hotel bovenaan de heuvel en besluiten vanavond ook maar weer samen te eten. Maar eerst even langs de wasserette om alles weer schoon te krijgen. Bij het eten krijgen we als amuse 'Soupe' een dikke linzensoep met veel eend en groenten. Er wordt een enorme pan op tafel gezet en het smaakt goed. Na het eten rolt iedereen zijn bed in want het zijn wel zware en lange dagen.
De volgende morgen vertrek ik alleen, want het is na al die tijd samen wel weer eens lekker om alleen te lopen. Het schiet goed op het eerste stuk en ik geniet van de zon en het afwisselende landschap.

dinsdag 17 juni 2014

naar Les Landes 1

Vandaag heb ik samen met Henk opgelopen. Al wandelend leer je elkaar al snel beter kennen. Hoewel Henk een paar jaar jonger is dan ik, is er veel gemeenschappelijks merk ik. Hij voelt zich al een tijdje niet meer op zijn plek in zijn werk. Henk werkt al meer dan 35 jaar bij het zelfde dienstverlenende bedrijf en heeft een zware leidinggevende positie. Maar zo langzamerhand voelt hij zich niet meer echt thuis, te meer omdat hij niet echt achter het beleid kan staan. Hij is een mensenmens en een verbinder en alles draait om productie en efficiency verbetering in het bedrijf. Dus tijd om het roer om te gooien. Henk heeft een regeling kunnen treffen en zal het bedrijf binnenkort verlaten. De vraag is nu natuurlijk wat hij daarna wil gaan doen. Naast zijn werk is hij al werkzaam als coach en misschien is dat wel wat. Allemaal zeer herkenbaar voor mij. De laatste jaren bij NS waren voor mij ook best zwaar omdat ik niet echt meer verbinding voelde met het bedrijf en met name de managementcultuur. Ik was en ben nog steeds blij en dankbaar dat ik daar op een goede manier ben uitgekomen; vooral omdat er daarna zoveel nieuwe en mooie dingen zijn gekomen, zoals mijn werk voor de stomavereniging. Het is heel mooi om daar met iemand in dezelfde situatie over te kunnen praten en we zijn dan ook al snel in intensief gesprek. We hebben het natuurlijk niet alleen over het werk, maar ook over hoe het thuis is en waarom we hier zijn. Henk heeft thuis een vrouw en drie dochters op wie hij zichtbaar trots is. In elk geval gaan zijn ogen glinsteren als hij over ze vertelt. Weer een mooi mens ontmoet!
In de loop van de middag komen we aan in La Reole, een gezellig stadje. Ik kom in een mooie oude Chambre d' hote terecht met een prachtige houten trap en dito inrichting. Omdat het nog steeds zo warm is, krijg ik eerst wat te drinken in de tuin die vol staat met bloemen. 's Avonds ga ik met Henk eten in een Italiaans restaurant wat ook weer lekker en gezellig is. Morgen wordt weer erg warm weer  verwacht dus ik wil vroeg weg zien te komen. Dat lukt goed en ik loop lekker door zodat ik al weer op tijd in Bazas arriveer. Vanavond speelt het Nederlands elftal de eerste wedstrijd en we willen die met een paar mensen in een cafe gaan bekijken. Maar eerst even in de opvang. Mike en Roelien komen aangelopen en Roelien kondigt aan dat ze doodgaat. Nou valt dat uiteindelijk wel mee, maar enigszins oververhit is ze wel geraakt onderweg. Dus eerst maar een koud biertje erin. Een half uurtje later ziet de wereld er al weer heel anders uit en is Roelien weer in het land der levenden. Althans nog net want ze ziet ook nog kans bijna met stoel en al achterover te storten. Gedrieen lopen we naar onze B&B dat zich voor de verandering weer eens in een echt kasteel aan de rand van de stad bevindt. Henk heeft al eerder een hotelletje geboekt.  Weer heb ik geluk met mijn kamer want die is aan de voorkant op de eerste etage, zodat ik als een echte kasteelheer mijn landgoed, nou ja, forse tuin kan overzien. De dame van het kasteel heeft ook voor ons gekookt en ze is een beetje teleurgesteld als ze hoort dat we vanavond liever met elkaar in een cafe naar het voetbal kijken dan met haar op het kasteel; maar ja we zetten toch door en vertrekken weer naar de stad. Daar hebben we een fantastische avond vanwege de eclatante overwinning van Nederland op Spanje. De lokale bevolking biedt ons spontaan drankjes aan, zodat we niet voor middernacht in bed liggen.
De volgende morgen ga ik alleen op weg voor de volgende etappe naar een gehucht net voorbij Captieux. Daar zullen we elkaar weer zien in een gite en ook met zijn vieren eten. Eerst zullen we in Captieux boodschappen doen en van daaruit samen verder lopen
Al na vijf minuten is er een probleem. Net buiten het dorp verspert een reusachtige herder met grote tanden mij luid blaffend de weg. Hij is niet onder de indruk van mijn hondenverjaagapparaatje en komt zelfs grommend op me af. Daar heb ik geen trek in en ik besluit om te draaien en een andere weg te zoeken. Met tegenzin en alle Franse hondenbezitters vervloekend vervolg ik mijn weg. Onderweg kom ik bij de eerste bocht al een Franse vrouw tegen die we al eerder hebben gezien. Als ze mijn verhaal hoort sluit ze zich direct bij me aan, want ze is bang voor honden. We lopen samen verder tot we weer op een gemarkeerd punt zijn en dan loop ik weer alleen verder, want mijn tempo ligt veel hoger. Op een gegeven moment raak ik de markering weer kwijt en ben ik weer eens verdwaald. Dat gebeurt me de laatste dagen steeds. Eigenwijs zijn en afwijken van de route heeft me tot nu toe weinig goeds gebracht. Na een tijdje dwalen kom ik bij een autoweg met een hek. Ik besluit er maar een tijdje langs te lopen, want het is in elk geval de goede richting. Wonder boven wonder kom ik bij een viaduct waar ik de autoweg over kan. En al gauw zit ik weer op de route. Tot mijn verbazing zie ik even later Henk uit een zijweggetje komen. Hij had dus gewoon de route gevolgd en was prima uitgekomen. Samen lopen we naar Captieux waar we op het terras lekker lunchen terwijl we op de anderen wachten

Greta

De pelgrimsherberg in La Ferme wordt geleid door Greta, een Belgische vrouw van in de vijftig. Echt een prachtmens. Vrolijk en behulpzaam en helemaal bij de tijd. Met een enorme vrolijkheid en energie doet ze alles wat gedaan moet worden. Mensen ontvangen, uitleg geven, plekken verdelen, koken en administratie. Greta is zelf ook pelgrim geweest. Dat is een voorwaarde om als gastheer in een huis van het genootschap te mogen optreden. Ze is hier voor een maand en gaat dan weer naar huis. Een slimme manier om een herberg te runnen lijkt me. Onder het werk praat Greta hartelijk mee en het valt me op hoe authentiek en rustig ze haar werk doet, terwijl ze ook nog onophoudelijk met ons praat. De herberg is vandaag overvol want er heeft zich ook nog iemand gemeld, die niet had gereserveerd. Maar zoals Greta terecht zegt, die kun je toch niet laten staan; dus ook daar wordt op zolder een oplossing voor gevonden.
Aan tafel is het een gezellige boel. Naast Mike en Roelien zijn er ook twee Franse pelgrims aangeschoven en inmiddels is ook Henk gearriveerd. Greta heeft heerlijk gekookt en we krijgen zowaar ook nog kaas en een nagerecht. Vervolgens komt er een man langs die ons de abdij wil laten zien en zo lopen we door het avondlicht naar de prachtige oude abdijkerk. Zoals gewoonlijk is hier ook weer behoorlijk wat afgevochten en is de kerk al een aantal keren verwoest. Nu is de abdij zelf inmiddels in gebruik als gemeentehuis en van binnen mooi gerestaureerd. De kerk heeft een prachtige akoestiek die natuurlijk moet worden uitgeprobeerd.
De volgende morgen staat Greta al weer in ochtenjas gereed voor het ontbijt en heeft voor ons allemaal weer een vriendelijk woord of goede raad. Heel bijzonder om zo'n lieve betrokken vrouw te ontmoeten. Ze is zo helemaal zichzelf en op haar plaats hier en het geeft me enorm veel energie haar hier bezig te zien



Mike en Roelien komen aan in La Ferme; warm!

Abdij

Aan tafel bij Greta


zondag 15 juni 2014

naar Sainte Foy la Grande en La Ferme

De tocht naar Sainte Foy  loop ik samen met Mike en Roelien. We nemen de D-weg die weliswaar wat drukker is dan de officiele route, maar ook sneller. Er is bijna geen verkeer dus dat gaat prima. Het is toch nog best een eindje, maar we stappen flink door, zodat we nog redelijk op tijd in Sainte Foy zijn. Onderweg wordt natuurlijk weer het nodige afgekletst over luchtige en minder luchtige zaken. Als we aangekomen zijn, gaan we ieder naar ons hotel. Zelf vind ik het wel fijn om weer even alleen te zijn en zij ook denk ik, dus we eten niet samen en zullen elkaar morgen wel weer ergens zien. In elk geval morgenavond want we hebben in dezelfde gite gereserveerd. Voor het diner kom ik in een keurig restaurant met terras terecht en wat ik al vermoedde, het wordt gedreven door een buitenlands stel. Hij is Nederlands en zij Belgisch. Al snel gaat het gesprek over zakendoen in Frankrijk en de situatie in het land. Van meneer krijg ik de indruk dat hij vooral vindt dat er te veel buitenlanders zijn. Die kant wil ik niet op met het gesprek en gooi het dus maar over een andere boeg. Later mengt ook een ander belgisch gastenpaar zich in het gesprek en zo wordt het toch een heel gezellige avond met prima eten. Het hotel waar ik overnacht is ok, maar wel geheel leeg en een beetje troosteloos, maar ach het bed is goed. Helaas wordt ik 's nachts geheel opgegeten door de muggen zodat ik niet echt de beste nacht tot nu toe heb. 's Morgens eerst maar eens langs de apotheek voor anti muggenspul. Dat zal die krengen leren! Daarna nog even langs de bakker en dan op pad. Ik maak een vliegende start en de eerste tien kilometers gaan als een zonnetje. Daarna verloop ik me toch weer blijkbaar en maak zo weer wat extra kilometers. Op zich niet zo erg, ware het niet dat het wel heel warm begint te worden. Gelukkig is er zo'n tien kilometer voor het eind een dorp met een prima kroeg. Deze keer maar even binnen zitten, want buiten is echt te heet. Binnen tref ik een overduidelijk stel Nederlandse pensionado's die lekker aan de wijn zitten. Ze trekken al twee maanden rond door het land en zijn echt aan het genieten zo te zien. Vanuit een ooghoek zie ik een mij onbekende pelgrim aankomen. Wie kan dat zijn? Het is toch bijna onmogelijk dat je zo maar een nieuw iemand tegenkomt die je niet eerder hebt gezien of van wie je tenminste hebt gehoord. Als ik wegga spreek ik hem maar even aan. Het blijkt Henk uit Harderwijk te zijn die gisteren met het vliegtuig is aangekomen in Bergerac en die nu voor de derde keer een stuk van de route naar Santiago gaat lopen in de komende drie weken. Het lijkt me een aardige gast, maar veel tijd om kennis te maken is er niet, want het is bloedheet en ik moet nog een aantal kilometers lopen om bij de gite in La Ferme te komen. Dat kennismaken komt wel, want hij gaat ook die kant op straks en zal daar ook overnachten. De laatste kilometers gooi ik hem in de hoogste versnelling om er zo snel mogelijk te zijn. Dat levert wel heel veel zweet op, maar met een paar goeie flessen water is dat geen probleem en een uur en een kwartier later kom ik aan in La Ferme. Een heel klein dorpje met een enorme abdijkerk en natuurlijk een pelgrimsgite van de Franse Jakobsvereniging. De ontvangst door de gastvrouw is allerhartelijkst en het koele water doet ook goed. Het ziet er allemaal erg proper en goed verzorgd uit, dus dat  zal wel goedkomen.





donderdag 12 juni 2014

Een rampzalige middag met een happy end

Om half twee zet Jack me weer af in Neuvic bij de kerk. Hij rijdt door naar Bordeaux om terug te vliegen naar Nederland en ik loop vanaf hier naar Mussidan. Niet zo heel ver, zo'n vijftien kilometer, maar het is werkelijk bloedheet en vochtig. Na het afscheid pak ik de moed weer bij elkaar en ga enigszins triest op weg. We zullen elkaar immers zo'n zeven weken niet zien. Ik ben nog niet het dorp uit of het begint al te spatten. Zo vochtig en drukkend is het dat het zelfs een beetje regent, hoewel de zon ook schijnt. Het zet gelukkig niet door zodat de cape in de rugzak kan blijven. Iets anders is, dat mijn teen weer begint op te spelen. Vandaag heb ik voor het eerst mijn nieuwe schoenen aan die Jack heeft meegenomen en ik merk het meteen. Hoewel de schoenen goed zitten heb ik toch weer drukpijn. Onderweg stop ik een aantal keren om de tenen goed te scheiden met watten, zoals Patrick de Verlosser uit Sezanne me heeft geleerd. Dat helpt wel maar fijn is anders. De laatste kilometers strompel ik toch een beetje meer dan dat ik loop en ik ben heel blij als ik eindelijk Mussidan binnenloop. Dat moet een behoorlijke stad zijn en ik heb daar voor het weekend een hotel gereserveerd. Dat is maar goed ook, want werkelijk alles is dicht hier op tweede Pinksterdag. Alle restaurants, winkels, bars en terrassen zijn naar goed Frans gebruik natuurlijk potdicht. Gelukkig heeft Jack mijn noodvoorraad aangevuld met cakejes en powerbars zodat ik in het ergste geval in ieder geval iets naar binnen kan krijgen. Wat minder leuk is, is dat mijn hotel ook dicht en verlaten is. Het ziet er trouwens ook niet echt aantrekkelijk uit. Ik probeer te bellen, maar een nummer is niet aangesloten en op het andere nummer krijg ik een bandje. Nu zakt de moed me toch wel even in de schoenen. Geen overnachtingsplek en geen eten voorhanden en het is al na zessen. Wat te doen. Ik besluit eerst maar eens rond te kijken of er toch nog iets open is. Al gauw kom ik twee andere Franse pelgrims tegen, die me melden, dat de lokale gite ook vol zit, maar dat als ik niks vind ze me wel een stuk brood zullen geven. Er opwekkend en hoopvol. Dan maar op zoek naar de gite om te zien of ze daar misschien een nummer van het hotel hebben dat werkt. Als ik bij de gite aankomt, stapt net Roelien naar buiten. Heel fijn dat ik een bekende zie, die ik meteen de volle laag kan geven met mijn ellende.  Zij hebben gelukkig wel een plek daar, maar alles is inderdaad vol. De mevrouw die het regelt is net aanwezig en zij helpt me aan een telefoonnummer van het hotel, dat overigens hetzelfde is als ik zelf had. Weer geen antwoord. Balen! Nu komt de mevrouw van de gite in actie en zegt, dat als het met het hotel niks wordt, dat zij dan een plek voor me heeft in een andere gite, die ze eigenlijk niet mag verhuren, maar nood breekt wet. Eerst gaat ze thuis douchen en eten en daarna komt ze terug om eventueel wat te regelen. Dat helpt! Roelien heeft inmiddels uitgevonden dat een eindje verderop bij het park een pizzatent moet zijn die open is. We gaan op zoek en vinden inderdaad een pizzabakker die weliswaar geen tafels en stoelen heeft, maar wel pizza's en nog beter, ook koude rose. Zo zitten we een half uurtje later met zijn drieen in het park heerlijk pizza te eten uit een doos met koude rose. Dan ziet het leven er ineens veel kleuriger uit, want ik zat er eerlijk gezegd wel behoorlijk doorheen. Als alles op is, ook de rose, lopen we terug naar de gite, waar de mevrouw intussen is gearriveerd. Ik mag mee naar een andere groepsgite op hetzelfde plein, waar ik helemaal alleen een prachtige kamer krijg met twee stapelbedden en een eigen douche en toilet en met prachtige schone witte lakens. Dat is waarschijnlijk vele malen beter dan het hotel ooit had kunnen bieden. En dat voor tien euro inclusief ontbijt. Ik slaap dan ook als een os. Stiekem heb ik wel een beetje medelijden met Roelien en Mike die keurig hebben gereserveerd en met zes man een kamer met een douche en toilet moeten delen. Maar soms heb je geluk. De volgende morgen ontbijten we samen in de gite en gaan dan met zijn drieen op weg naar Sainte Foy La Grande.  

woensdag 11 juni 2014

Zomer!

In de afgelopen dagen is het ineens echt zomer geworden. Bijna ongemerkt is het een stuk warmer en ook het licht en de kleuren in het landschap zijn veranderd.. Het lichte groen is weg en de bladeren zijn nu diepgroen. Het koren op de velden beginnen t verkleuren naar geel. Maar het meest opvallende is de beleving. Die is echt anders dan een paar dagen terug. Lomer en trager, zoals je een zomer in het zuiden voorstelt (althans ik :)).
Het begon overigens met regen. Bij het vertrek uit La Coquille regende het gestaag. Dus de poncho maar weer eens uit de rugzak gepakt en aangetrokken. Dat viel overigens niet echt tegen, want het was helemaal niet koud en het waaide ook niet. Onderweg kom ik Roelien en Mike tegen en we lopen verder samen op. Het zijn heel gezellige mensen vind ik, met wie je gemakkelijk een goed gesprek kunt opzetten. Er komt al snel behoorlijk wat voorbij zoals probelemen met demente ouders en leven met een stoma.
Al lopend verdwijnt ook de regen en voor we het weten zijn we in Thiviers. Mike en Roelien hebben daar een onderkomen gevonden op de camping en zelf heb ik een B&B geboekt bij een Nederlandse mevrouw. Die blijkt midden in de stad te zijn en weer keurig uitgerust met voor ons pelgrims naast een slaapkamer, ook een eigen verblijfsruimte. Ook zijn er goede mogeijkheden om te wassen wat altijd fijn is. Vannacht deel ik de kamer met Patrick die ik al eerder ontmoette. Als ik bezig ben de stad te verkennen belt Roelien die vraagt of ik naar hen toe kom om samen op de camping te eten. Daar is namelijk een bar en ook een winkeltje waar je van alles kunt krijgen. Het lijkt me heel gezellig dus ik pak het aanbod met beide handen aan. Alleen blijkt de camping een heel eind buiten de stad te zijn, zeker als je zoals ik eerst finaal de verkeerde kant oploopt. Dus anderhalf uur later kom ik ook daar aangekakt. Helemaal niet erg, want we hebben geen haast. Eerst maar eens een paar biertjes op het terras die de barjongen met genoegen intapt, waarbij hij zichzelf ook niet vergeet. Daarna eten we lekkere macaroni met een saus met alles wat voorhanden is. Heel lekker en zeker met de goeie wijn erbij ook heel gezellig. Als het donker wordt ga ik weer richting stad. Dit keer ben ik binnen een kwartier weer thuis, omdat ik nu over de goeie weg ga binnendoor in plaats van de linke provinciale weg met druk verkeer.
De volgende morgen loop ik samen met Patrick een kleine etappe naar Sorges; onderweg vertelt hij me over zijn leven en het overlijden van zijn vrouw en dat hij daarna een heel andere weg is ingeslagen. Boeiend om te horen, maar ook een beetje triest. In Sorges vind ik onderdak bij een ouder echtpaar in een groot huis. Omdat ik vrij vroeg ben, is er tijd om het stadje en de kerk te bekijken. Die is net mooi gerestaureerd en erg de moeite waard. 's Avonds eet ik mee met de mensen waar overnacht. Ik krijg een heerlijke kastanjesoep en verse pate. Prima kost voor een hongerige pelgrim. Ook dit echtpaar klaagt steen en been over de situatie in Frankrijk en met name over de inflexibele arbeidsmarkt. Na een prima nacht loop ik de volgende morgen richting Perigueux. Onderweg kom ik Mike en Roelien weer tegen en we lopen samen op. In Perigueux heb ik afgesproken met onze oude buren en nu vrienden van de Biltstraat. Als het goed is zitten ze in hetzelfde hotel. Ook Jack komt dit weekend naar Perigueux dus het wordt een drukte van belang. De wandeling met Roelien en Mike is weer heel gezellig en voor we het weten zijn we in de stad. Ik laat hen achter bij hun overnachtingsadres en zelf loop ik door naar mijn hotel, midden in het centrum.