woensdag 23 juli 2014

Sarria en verder in de file

Toen ik vanmorgen wakker werd was het erg mistig en daar had ik niet echt op gerekend. Ook moet ik een keuze maken voor welke route ik neem naar Sarria. De route over een bergpas waar je normaal gesproken een prachtig uitzicht heb of een lagere, maar iets langere route langs een beroemd klooster in Samos. De gids geeft ook geen duidelijke voorkeur aan. Het klooster is weliswaar mooi maar het pad loopt langs een drukke weg en het klooster zelf wordt overlopen door pelgrims en toeristen. De route over de berg is alleen aan te raden bij mooi weer en heeft een steile klim. Uiteindelijk kies ik voor de route door de bergen in de hoop dat het boven mooier weer is. Gelukkig blijkt dit een goede keuze, want na een uurtje klimmen ben ik ineens uit de wolken en loop ik in de zon. Wat nog mooier is, is dat onder me in het dal allemaal wolken en flarden mist hangen, wat een heel speciaal en een beetje een mysterieus effect geeft. Maar ja, what goes up, must come down, dus een half uur later tijdens de afdaling verdwijn ik weer vrolijk in de mist die nog zo'n kleine twee uur blijft hangen en pas optrekt als ik in Sarria aankom. Blijkbaar heb ik erg hard gelopen want het is net elf uur geweest en mijn gereserveerde kamer is nog niet beschikbaar. Maar een alleraardigst meisje van het hotel restaurant zal op mijn rugzak passen terwijl ik de stad alvast in kan. Omdat ik zo vroeg ben is het overal nog doodstil en kan ik rustig alles alvast verkennen. De kerk is dicht. Vind ik niet zo erg, want eerlijk gezegd beginnen de kerken me de neus uit te komen en alleen voor een vijfsterren kathedraal kom ik er nog uit! Maar er is ook een aardig klooster aan het eind van het stadje dat als vervanging kan dienen. Het is een interessant bouwwerk en gelukkig niet eindeloos groot. Na deze culturele maaltijd is het tijd voor een echte hap en op een van de vele terrassen eet ik een grote kom Caldo Gallega soep. Een locale specialiteit van vlees, kool, aardappelen en bonen. Lekker en voedzaam. Daarna terug naar het hotel om wat te rusten. 's Avonds ga ik met Roelien en Mike eten aan de rivier en voor de verandering neem ik eens lasagna wat een goede keus blijkt te zijn. Na afloop drink ik nog wat bij de bar van het hotel waar heel veel locals zitten. Gezellig. 
's Morgens ga ik na een perfect ontbijt al weer vroeg op pad, want ik wil de drukte een beetje voor zijn. Nou blijkbaar dus niet vroeg genoeg, want het is echt enorm druk. Het is gewoon file lopen geworden. Naast de echte pelgrims zijn er enorm veel schoolkinderen, toeristen, wandelaars en opportunisten op pad. De laatste categorie bestaat uit mensen, die zonder bagage of met een piepklein rugzakje lopen na te zijn aangevoerd door een bus of luxe auto.  Die voorziet hen onderweg ook nog van drankjes en hapjes en raapt ze desgewenst ook nog tussentijds op. Bij het eerste heuveltje zijn er ook al de eerste afvallers. En dat allemaal straks ergens in Chicago of L.A. trots te kunnen melden 'That I did the Camino'. Je kunt er vanuit gaan dat ze straks bij het pelgrimsbureau vooraan zullen staan om hun Credencial op te halen. Of waarschijnlijk regelt de reisorganisatie dat ook nog voor ze. 
Dan zijn er ook nog honderden schoolkinderen op pad. Blijkbaar is een stuk Camino lopen een populaire excursie. Omdat ze jong zijn en natuurlijk graag met elkaar kletsen versperren ze voortdurend de weg en wordt je een expert in het slinks inhalen op smalle paden. Verder schuilt er weinig kwaad in. De echte pelgrim ziet dit allemaal een beetje met lede ogen aan, want met zo'n drukte vergaat de lol in het lopen je wel een beetje. Onderweg passeer ik een enorme Nederlandse verhuiswagen. Hij hoort bij een man uit Helmond die hier een Albergue gaat beginnen (nummer 654?) en heel blij is dat hij hier opnieuw kan beginnen tussen al die aardige Spanjaarden. Met een beetje geluk zien we die nog wel eens terug bij een aflevering van 'Ik vertrek'. 
Even later passeer ik de 'honderd kilometer paal'. Weer een belangrijk moment. We lopen nu letterlijk naar het eind. Voor in de middag kom ik aan in Portomarin een typisch Galicisch stadje aan een brede rivier. Het centrum bestaat helemaal uit witte en natuursten en huizen en ook zijn er overdekte galerijen. Echt anders dan in Castilla en Leon.
Het laatste stukje loop ik op met een Poolse priester die met twee parochianen op weg is. Ik schat hem eind twintig en erg gemotiveerd voor zijn werk. Ik vraag me overigens wel af wat zo'n jongen bezielt om in deze tijd nog aan zoiets te beginnen. Maar ieder het zijne zullen we maar denken.
's Avonds eten we in een mooi restaurant hoog boven de rivier. Voor de verandering bestel ik eens een dure steak in plaats van het geijkte pelgrimsmenu. Ook een goede Rioja erbij mijn avond kan niet meer stuk   

















Geen opmerkingen:

Een reactie posten