vrijdag 2 mei 2014

De laatste loodjes naar Vezelay; dag 34 t/m 36

Mijn bedoeling is om donderdag in Vezelay te zijn; daar komt dan mijn broer Maarten ook om een paar dagen mee te lopen. Om dat te halen moet ik wel doorlopen. Eerst een etappe van ruim dertig kilometer en daarna een wat kortere naar Vezelay. De eerste etappe is lang maar mooi. Veel door bos en hier en daar wat omhoog en het tweede deel door het dal van de Cure waarin ook Vezelay ligt. 's avonds slaap ik in een gemeenteherberg. Dat is een fenomeen dat wij niet kennen, maar in veel Franse steden en dorpen heeft de gemeente een eigen gite of herberg, waarin je tegen een kleine vergoeding kunt overnachten. Deze herberg in Bessy is vrij nieuw en nadat ik een tweetal formulieren heb ingevuld mag ik er in. Ik ben weer helemaal alleen in een huis waar wel plek is voor twintig man. In het dorp is verder helemaal niets. Geen bakker of winkel en ook geen cafe. Gelukkig krijg ik van de beheerster een blik ravioli zodat ik niet zal omkomen van de honger.
's Nachts word ik wakker met barstende koppijn alsof je twee flessen hele goedkope wijn hebt gedronken; maar dat kan het niet zijn, want ik heb geen druppel op. Dan herinner ik me de verwarming. Die heb ik vergeten uit te zetten in de badkamer en die heeft alle zuurstof opgebruikt. De ramen open en het probleem is voorlopig opgelost.
De volgende morgen ga ik enigszins brak op weg naar Vezelay. Al snel merk ik dat het lopen vandaag niet echt lekker gaat. Nog steeds een beetje koppijn en het lopen kost veel inspanning. Bovendien gaat het voortdurend bergop, zodat ik me gelukkig prijs dat ik niet zo heel ver hoef vandaag. Ik pauzeer regelmatig maar het wil niet echt. Midden in een bos kom ik een paar andere pelgrims tegen uit Troyes en we lopen samen verder. Het is een echtpaar uit Troyes en een priester die samen delen van de route lopen. Jean Pierre, de priester, is 1,60 hoog en weegt 110 kilo. Hij heeft duidelijk moeite om zichzelf en zijn bagage omhoog te slepen, maar hij doet vrolijk zijn best en gaat stug door. Onderweg praten we over het leven als priester in de stad en over wat hij meemaakt. Hij is echt priester geworden uit overtuiging, maar komt af en toe ook in de knel met de regels van de kerk, omdat hij veel te maken heeft met sociale problemen van mensen. Het is een leuk gesprek en ook een hele goeie afleiding van mijn eigen vermoeidheid. Al snel komt Vezelay in zicht en maken we ons op voor de laatste klim. Vezelay ligt boven op een heuvel en is voor pelgrims een van de belangrijkste steden in Frankrijk. Vanaf hier vertrekken pelgrims al eeuwen richting Santiago. Het is ook het startpunt van de Via Lemovicensis (de weg van Limoges), die ik ook zal gaan volgen. Het zicht op Vezelay is spectaculair. De Magdalena kathedraal ligt helemaal op de top van de heuvel en is vanuit de wijde omtrek zichtbaar.
Onderaan de heuvel vlak voor de laatste steile klim naar boven, neem ik afscheid van mijn Franse tochtgenoten. Zij willen nog langs een klooster aan de weg. Ik neem het directe pad naar boven. De laatste klim is bijna teveel van het goede. Het is kort, maar wel loodrecht omhoog en ik ben niet echt in goeden doen, maar ik sleep me naar boven en geheel bezweet en uitgeput bereik ik uiteindelijk de kathedraal en het plein. Het is inderdaad heel indrukwekkend. De oude romaanse kerk is eenvoudig en heeft weinig versieringen en beschilderingen maar wel een hele mooie architectuur en prachtige beelden. Vooral het plateau in de voorhal, waar de pelgrims vroeger werden opgevangen is indrukwekkend. Na de kathedraal te hebben bekeken en even tot rust te zijn gekomen ga ik mijn stempeltje halen bij het parochiehuis waar ik hartelijk wordt ontvangen door een van de monniken. Hem was ik even daarvoor ook al op het steile pad naar boven tegengekomen. Hij geeft me met veel plezier het mooie stempel en dan is het tijd voor een biertje. Het hotel dat ik heb geboekt ligt onderaan de heuvel en gelukkig hebben we een goeie kamer. Maarten meldt per sms dat hij in aantocht is en rond vijf uur arriveert hij inderdaad. Nadat ook hij is geïnstalleerd lopen we een rondje door het dorp en  bezoeken nogmaals de kathedraal. Daar is inmiddels een mis aan de gang waarbij prachtig gregoriaans wordt gezongen door een aantal broeders en zusters in lange witte gewaden. Erg indrukwekkend. Omdat we allebei bekaf zijn, hij vanwege de lange reis en ik door de vermoeiende tocht gaan we vroeg naar bed. 's Nachts blijkt dat mijn vermoeidheid overdag niet zomaar was want ik heb een flinke buikgriep te pakken en ben de halve nacht op het toilet in de weer. Laat ik het zo zeggen, buikgriep en een stoma is een interessante combinatie. Maar goed je leert weer bij. De volgende morgen voel ik me gelukkig iets beter en na een bezoekje aan de apotheek voor wat imodium gaan we op pad. We willen ongeveer twintig kilometer lopen, want Maarten is weliswaar niet ongetraind, maar ook niet in topconditie. Helaas miezert het een beetje, maar na een tijdje klaart het weer wat op en kunnen de regenjassen weer worden opgeborgen. Samen lopen is heel gezellig en het lijkt daardoor ook minder zwaar omdat je denk ik meer afleiding hebt. In elk geval hebben we redelijk snel een groot deel van de etappe afgelegd en we zijn zelfs voor vier uur op onze overnachtingsplek in Tannay. Wederom in een bijna uitgestorven dorp, maar wel met een hotelletje. De kamer is redelijk en heeft tenminste een verwarming en een goeie douche wat al heel wat is. Inmiddels hebben ook mijn vrienden Viktor en Aad zich gemeld. Zij zijn met de 93 jarige vader van Viktor op stap en in de buurt om zijn broer te bezoeken die hier dichtbij in de buurt een Chambre d'hote heeft. Ze willen ons graag zien en we spreken af bij het cafe op het plein en inderdaad zitten ze daar keurig op ons te wachten. Het wordt een heel gezellig samenzijn in de dorpskroeg. De vader van Viktor is nog heel vief en praat volop mee over van alles en geniet duidelijk van het uitje. Leuk om hen even gezien te hebben. 's Avonds doen wij het kalm aan en we eten gewoon in het hotel en gaan vroeg naar bed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten